Onderzoekslijnen bovenste extremiteit

Schouder

In de laatste jaren worden er steeds meer schouderprotheses geplaatst in het Amphia. Ook zijn er ontwikkelingen in de schouderprothesiologie. Zo is er een prothese ontwikkeld waarbij het glenoid component zonder cement geplaatst kan worden. Wij zijn bezig met het opzetten van een multi-center studie om deze prothese te gaan opvolgen.

Naast de prothesiologie doen we ook onderzoek naar de behandeling van een frozen shoulder. Zo blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek dat effectiviteit van manipulatie onder anesthesie, gevolgd door een fysiotherapieprogramma, vergeleken met enkel een fysiotherapieprogramma op de korte termijn betere resultaten geeft. Na 1 jaar was allen het bewegingsbereik beter bij manipulatie onder anesthesie en waren de andere uitkomstmaten tussen de twee behandelingen gelijk.

Ten slotte nemen we deel aan landelijke multicenteronderzoeken naar de behandeling van schouderaandoeningen. Een voorbeeld hiervan is een onderzoek waarin gekeken wordt hoe het met patiënten gaat na een tenodese of tenotomie van de lange kop van de biceps na een peesruptuur.

Elleboog

Het Amphia is een landelijk verwijzingscentrum voor complexe elleboog- en onderarmsproblemen en is ook zodanig geregistreerd in het landelijke topklinische zorgregister. Graag lichten we hier een aantal onderzoeksgebieden uit.

Eén belangrijke onderzoekslijn is onderzoek naar behandeling van slijtage van de elleboog bij jonge mensen. Wij doen onderzoek naar behandelingen om de pijn te verminderen door middel van radiofrequente pulsen indien het nog geen ernstige mate van slijtage betreft. Bij verder gevorderde slijtage is soms een operatie nodig. Wij doen daarom onderzoek naar nieuwe behandelmethodes die ook voor jongere mensen met artrose geschikt zijn, dus zonder het plaatsen van de totale elleboogprothese. Veelbelovende onderdelen van deze lijn zijn het transplanteren van het eigen weefsel naar de elleboog om een slecht stuk van het kraakbeen te vervangen en het verminderen van de hoge druk in het gewricht met een implantaat.

Een andere belangrijke onderzoekslijn is de elleboogprothesiologie. Zowel onderzoeken naar de totale elleboogsprothese als de radiuskopprothese en revisies van elleboogprothesiologie zijn onderwerp van onderzoek. Binnen de totale elleboogsprothesiologie hebben we onderzoek gedaan naar een chirurgische techniek waarbij het niet meer nodig is om de strekpees van de elleboog te beschadigen. Nu hoeft er niet meer met gips nabehandeld te worden en blijft de strekkracht van de elleboog behouden. Het komende project houdt zich bezig met 3D planningen (dus het vooraf verrichten van de operatie in een virtuele omgeving) van deze complexe prothese om de functie en duurzaamheid ervan verder te verbeteren.

Een derde onderzoekslijn die we hier uitlichten is epicondylitis lateralis, beter bekend als de tenniselleboog. Met behulp van wetenschappelijk onderzoek hebben we een methode ontwikkeld waarbij we met behulp van een echogeleide procedure onder lokale anesthesie heel precies de aangedane peesaanhechting kunnen behandelen. Daarnaast zijn we momenteel bezig met een vergelijkende studie waarbij we de voorgenoemde behandeling vergelijken met een poliklinische operatieve ingreep: een fractionele verlenging van de ‘fasciebladen’ van de betrokken spierpeesgroepen. De spier en de pees zelf blijven bij deze korte ingreep gespaard, zodat de kracht intact blijft, terwijl de pijn bij aanspannen van de spieren wordt aangepakt. Met name voor patiënten die baat hebben bij een sneller herstel lijkt dit een goed alternatief te zijn.

Ten slotte onderzoeken we de diagnose en behandeling van bicepspeesrupturen. Zo hebben we aangetoond dat wanneer de combinatie van twee poliklinische testen positief is, de bicepspees altijd gescheurd is en er dus geen beeldvorming meer nodig is. Daarnaast vergelijken we de uitkomsten bij verschillende reparatietechnieken en onderzoeken we hoe het op de lange termijn met deze patiëntengroep gaat.

 

Benieuwd naar onze resultaten? Kijk bij onze “publicaties”.